Door Frits van Yperen /
Er wordt steeds minder over de ziel gesproken, maar onze ziel is nog steeds belangrijk in ons leven. We kennen allemaal de stem van ons geweten, een onderdeel van onze ziel, als we iets doen wat niet goed is. Je kunt de ziel zien als je innerlijk weten dat je helpt om je ethische koers te bepalen.
Vroeger spraken we binnen het Apostolisch Genootschap van zielsverzorging. Dat was het met voorbeelden uit het eigen leven raken van de ziel van de ander. Dit raken was de zielservaring. Tegenwoordig hebben we het over geestelijke verzorging. Dus de bezieling van meerdere zielen. Daarbij is het nog steeds belangrijk om de ziel te raken.
Volgens Wikipedia is de ziel (binnen religie en filosofie)) de niet-materiële essentie van mensen, vaak ook opgevat als synoniem voor de geest of het zelf. Veel woorden in andere talen die qua betekenis verwant zijn aan het woord ziel gaan etymologisch terug op woorden die adem(en), lucht, wind, ruiken en dergelijke betekenen.
We zeggen wel eens dat we de dingen willen doen naar lichaam, ziel en geest. Laten we dat eens even ‘op de ziel’ nemen.
- Lichaam is niet moeilijk uit te leggen. Het lichamelijke is wat je voelt. De pijn in je buik als je een situatie meemaakt.
- Ziel is het innerlijk weten (bewust en/of onbewust), waar je je handelen aan kunt toetsen. We noemen dat ook wel de goddelijke kern.
- Geest is de bezieling, de kracht om in het dagelijks leven te kunnen handelen. Het is datgene in de mens wat denkt, voelt en wil.
Bij Plato is de ziel het morele en intellectuele zelf, dit in onderscheid met de passies en lust c.q. plezier en allerlei zintuiglijke aspecten van het menselijk bestaan. Opvallend is dat de menselijke ziel bij Plato grote overeenkomsten vertoont met die van de goden. Dit wordt later overgenomen door de dieptepsycholoog Carl Gustav Jung, die de ziel Het Zelf noemt.
Hoe wordt de ziel beleefd binnen het Apostolisch Genootschap?
We zien dit in de jaren vijftig door Apostel L. Slok uitgedrukt als het ‘God als mens evangelie’. Hij sprak van het Woord Gods dat door mensen gesproken kan worden. Het woord dat in het geweten doordringt; het woord waardoor ik mijn roeping besef. Hij sprak over ‘Christusgezindheid tot geboorte brengen’. Dat vroeg hij van zichzelf maar ook van het gehele Godsvolk (= alle leden). Zijn opvolger, Apostel J.L. Slok, wees er bij zijn roeping op dat we allemaal dragers zijn van de christusgezindheid in het leven van alledag. In zijn weekbrief 38 in 1992 geeft hij ons allen de opdracht mee: “ ‘k zal bewuster leven dan ooit tevoren, nu wetend, dat ‘k medeverantwoording draag”.
Apostel Riemers schreef in 2008 dat het gaat om het raken van de ziel en niet om de vorm. De ziel kan verzorgd worden door een wandeling, samen of alleen, door het luisteren naar muziek of een gesprek met elkaar (naast de vermelding van de eredienst als de plaats van verzorging). Apostel Wiegman brengt in zijn weekbrief van 22 juni 2014 de zielsverzorging in verband met ‘ontmoeting, ‘gesprek’, bezinning’ en verstilling.
Ook de Apostolische liedgeschiedenis staat vol van die zielsbeleving. In mijn jeugd ging het om expliciet ethisch bewustzijn, dat we toen vol vuur vertolkten in het lied: ‘Mijdt in woorden en gedachten al wat laag is, laf en min. Zet je fier met al je krachten, jongens dwars er tegenin. Wat je denkt of spreekt of doet, laat het edel zijn en goed.’ Het lied ‘Mijdt in woorden en gedachten’ wordt niet meer in deze vorm gezongen en de tekst is beslist verouderd, maar de intentie van het eerste couplet en delen van de rest van het lied zoals naar het hoogste streven, je ziel en geest rein houden en het trouw, oprecht en waar zijn is nog steeds van kracht.
In een ander lied horen we: ‘Geef me o God, het warme hart, waaruit de priester blijkt, dan kan ik het licht der wereld zijn, dat ieder mens bereikt.
We zeggen wel: ‘hoe gaat het met je?’. En dan kun je een heel beeld scheppen van hoe geweldig het allemaal gaat. Maar je ziel vertelt je hoe het echt gaat. We noemen dat ook wel je geweten. We zijn een ethisch genootschap door de betrokkenheid van de broeders, zusters en jongeren. Dit ethisch bewustzijn, daar gaat het wat mij betreft nog steeds om. Wie wil ik zijn? En hoe ga ik met mijn omgeving om?
De zielservaring noemen we de ervaring waarin een situatie overeenkomt met de kwaliteit van het oordeel van je ziel, dat wat je altijd al wist en diep in jou is verborgen. We hebben een mooie cultuur. Maar we zullen het over de inhoud moeten hebben om te voorkomen dat vanzelfsprekend, vanzelfzwijgend wordt.
Bijzonder goed, duidelijk en verhelderend verhaal Frits, hartelijk dank hiervoor.
Al langere tijd ben ik met dit onderwerp bezig en kwam tot nu toe tot de volgende gedachten:
Een lichaam zonder ziel is derhalve een zielloos, dood lichaam. Ik zou dit niet willen beperken tot mensen maar tot alles dat leeft {of dood is}. De ziel is als het ware de motor tot het leven, De verbinding tussen het lichaam en het leven. De geest voegt zich bij de ziel en de opslag aan ervaringen begint. Op basis van de eigen en andermans ervaringen worden de hersenen gevuld. Lessen worden geleerd . Dit alles is nodig om het leven te kunnen leven, ons complexe menselijke leven.
Nogmaals dank Frits je hebt me een stukje op weg geholpen