Hoe rituelen voor verwarring (kunnen) zorgen.
Door Els van der Graaf
In de afgelopen decennia zijn er binnen het Apgen rituelen verdwenen, rituelen veranderd en soms werden ze onderwerp van discussie. Er is één ritueel waar ik het in dit blog over wil hebben: de rondgang, het in ontvangst nemen van ouwel en wijn als teken van – ja, van wat?
In een vorige weblog en de daarop volgende reacties worden, op verschillende wijze, meningen, ideeën en opmerkingen beschreven over de onlangs gewijzigde tekst welke bij de rondgang uitgesproken wordt. Over veel van de commentaren valt wat te zeggen.
Maar hoe verder…?
Een artikel van Rob Walder uit 2013 onder auspiciën van de Van Oosbreestichting neemt ons mee op reis van verleden naar heden, met ouwel en wijn. Hieruit blijkt dat deze producten die we heden ten dage bij de rondgang gebruiken al op een eeuwenlang gebruik stoelen. Gezien de commentaren reageren we nu niet zozeer op de ouwel of op de wijn, maar wel op de tekst die nu gebruikt wordt. Men zou bijna denken dat er over eerder gebruikte teksten niet of nauwelijks opmerkingen waren – of wellicht werden deze niet gehoord. Oude terminologie gaat soms een leven lang mee. Mijn grootvader sprak tot zijn dood over ‘aan de verzoening gaan’. Voor mij geen vertrouwde term, maar voor hem (hij werd 104 jaar) een passend woordgebruik bij (ook toen al) gewijzigde teksten en termen.
Uit veel blijkt dat bij het ritueel van de rondgang het om een diepere betekenis gaat en vormt de tekst daar een onderdeel van. Als de tekst niet meer aansluit bij ons gevoel, onze gedachten en intenties, dan is er bij dit ritueel kennelijk iets wat om aanpassing vraagt. Uit de blog van Peter van der Hulst en de daarop volgende reacties blijkt dat het vooral de vraag is wie de actie uitvoert en welke betrokkenheid wordt verwacht van de deelnemers.
Bij het eerste gedeelte van de voorheen gebruikte tekst (‘Uw zielsaanbieding wordt aanvaard en hiermee bevestigd’) is uw zielsaanbieding gewijzigd naar uw voornemen. De tekstschrijver heeft kennelijk de bedoeling het min of meer in onbruik geraakte woord ‘zielsaanbieding’ niet meer als hedendaags te beschouwen. Echter, waar vroeger bij de tekst van dit ritueel bepaalde (weliswaar voor ieder persoonlijke) ideeën en gedachten leefden, ideeën die algemeen geaccepteerd werden, lijkt de nieuwe tekst te botsen met gevoel, gedachten en grammatica.
Lezend in het hierboven aangehaalde artikel van Rob Walder, zie ik ook dat er sprake is van een collectiviteit. Men gaat ten overstaan van alle aanwezigen rond. De verzoening en vergeving is al jaren geleden van dit ritueel losgekoppeld. (De min of meer grappig bedoelde uitdrukking: ‘kinderen, vraag vooral ná de zondag iets aan je vader of moeder’, herinnert hier nog aan. Alles was vergeven en vergeten en je ging weer vernieuwd de week in.)
Als we kijken naar de historie blijkt dat de vorm – één op één tegenover elkaar – is gekozen omdat het ondoenlijk en logistiek onhandig uit te voeren is wanneer elke aanwezige dit tegen elke aanwezige zou uitspreken, als een soort collectief ritueel. Vandaar de huidige vorm van de rondgang: van persoon tot persoon.
De Covid-19 pandemie heeft er voor gezorgd dat wat voorheen in het genootschap als vaststaand beschouwd werd, niet automatisch zo kon blijven. Min of meer uit nood werd de rondgangtekst voorafgaand aan de eigenlijke rondgang door de voorganger in een lege of halflege zaal of middels de livestream uitgesproken om zo iedereen te kunnen bereiken. Waarmee de digitale vorm van dit ritueel was geboren. Nu er weer live erediensten kunnen zijn, bleef het vóóraf uitspreken van deze formulering gehandhaafd en is er een soort ‘dubbel moment’ ontstaan: in het algemeen voorafgaand aan de rondgang – en persoonlijk bij de rondgang zelf. Dit is verwarrend.
Ook verwarrend is de tekst: Uw voornemen een liefdevol mens te zijn wordt hiermee bevestigd. Wat wordt in deze nieuwe tekst uitgesproken en door wie? Welke rol vervullen de deelnemers?
‘Uw voornemen een liefdevol mens te zijn’, daar is op zich niets tegen. Het lijkt aannemelijk dat dit voornemen voor veel, zo niet alle mensen geldt. Of dit recht doet aan ons gevoel en onze gedachten die we hadden bij gebruik van het woord zielsaanbieding laat ik buiten beschouwing. Waar het mij om gaat is: wie bevestigt dit? Daar zijn nogal wat verschillende ideeën over.
Ik zou zeggen: door aan dit ritueel deel te nemen tonen wij, telkens opnieuw, aan alle aanwezigen dat we het voornemen hebben een liefdevol mens te zijn. Onze deelname is de zichtbare bevestiging hiervan. Ik bevestig mijn voornemen en dit voornemen wordt aanvaard.
De uitgesproken tekst zal er dan ook als zodanig bij moeten passen. De tekst zou daarom bij de uitreiking van ouwel en wijn kunnen luiden: Hiermee wordt uw voornemen een liefdevol mens te zijn aanvaard.
Amen.
De rondgang, het in ontvangst nemen van ouwel en wijn als teken van – ja, van wat? Een gebruik binnen de Christelijke Kerk als teken van het lichaam en bloed van Christus. Dat Christus altijd met je zal zijn. Ik denk dat binnen de Catholic Apostolic Church dit nog zo gevoeld werd.
De vraag bij het voornemen om een liefdevol mens te zijn is natuurlijk of de eredienst een zodanige inhoud heeft dat je in je ziel geraakt wordt en je tot besef komt dat je bepaalde dingen wel anders had kunnen / moeten doen. Waar je gezwegen hebt waar je moest spreken. Of waar je beter had kunnen zwijgen. Maar als je tot vernieuwd willen komt (de voorganger vat voor de gemeenschap samen dat dat gebeurt) dan is het collectief bevestigen geen punt. Van persoon tot persoon is een vorm die niet echt nodig is. Inhoudelijk is er geen vergeving van zonden of verzoening meer. De voorganger zou ook kunnen uitspreken dat we er allemaal weer vernieuwd voor gaan. Ik neem mij iets voor en dat voornemen hoeft niet aanvaard of bevestigd te worden. Het is een afspraak met mijzelf waar ik alleen van weet.
Integendeel: juist de bevestiging in de rondgang, voor het front van de gemeenschap, benadrukt mijn persoonlijke deelname aan het vernieuwde, collectieve willen. Niet deelnemen aan de rondgang (ook voor iedereen zichtbaar) is trouwens net zo’n persoonlijk statement.
Dat is mooi. Een gemeenschap bestaat uit individuen. Ze zijn allemaal anders, maar óók voor een groot deel hetzelfde. Wat ik met mezelf afspreek weet ik alleen zelf, maar dat ik dat doe (of niet, om wat voor reden dan ook) mag gezien worden.