(Dit bericht lijkt niet door iedereen ontvangen te zijn. Daarom wordt bij deze de publicatie herhaald.)
Door Rob Tijdeman /
Het is niet leuk om kritiek te krijgen. Ik merk dat mensen het lastig vinden om met kritiek om te gaan, buiten en ook binnen het Apgen. In het ApGen komen we uit een tijd dat meningsverschillen met de levende Christus niet geaccepteerd werden. Ook nu nog wordt kritiek geven soms als ongepast ervaren, omdat het iemand betreft die “zich er toch zo voor ingespannen heeft”.
Buiten het genootschap wordt veel kritiek geuit, bijvoorbeeld op de regering. In de Tweede Kamer zien we wat kritiek giftig maakt, namelijk het vereenzelvigen van een standpunt met de persoon die dat standpunt verkondigt. Gevolg hiervan is dat bewindslieden bedreigd worden en beschermd moeten worden. Uiteindelijk leidt het ertoe dat bekwame mensen ervan afzien om zo’n post te bekleden.
Ook in de maatschappij zien we het vermengen van standpunt en persoon. Joden worden lastiggevallen vanwege het gedrag van de Israëlische staat. Hoewel Oekraïense en Russische mannen beiden hun land verlaten hebben omdat ze niet in het leger willen, worden ze in Nederland heel verschillend behandeld. Ik herinner me dat 50 jaar geleden een (witte) Zuid-Afrikaanse promovendus en zijn vrouw voortijdig naar Zuid-Afrika terugkeerden vanwege de wijze waarop ze door Nederlanders werden geïdentificeerd met het apartheidsregime. Toch waren ze in Zuid-Afrika zo moedig geweest om, zelfs al in die tijd, in kranten de apartheid te veroordelen. Het was een belangrijke les voor me.
In sommige landen zien we wat er gebeurt als kritiek op de regering wordt belemmerd. Met alle middelen proberen leiders de macht te behouden uit angst om hun macht te verliezen. Democratisch gekozen leiders die hun macht niet willen afstaan grijpen naar steeds ergere middelen. De pers en de rechterlijke macht worden onder hun controle gebracht. Om degenen die hen steunen te vriend te houden krijgen deze allerlei privileges ten koste van de eigen bevolking. Andere landen krijgen de schuld voor zaken die niet goed lopen.
Een onafhankelijke rechterlijke macht die toetst of de regering zich wel aan eigen wetten en overeenkomsten houdt en een vrije, kritische pers zijn kenmerken van een goed werkende democratie. Het gaat daarbij wel om kritiek gericht op verbeteringen. Kritiek zonder te kunnen zeggen hoe het beter kan is zinloos en gemakkelijk.
Als er kritiek op je geuit wordt, is de eerste vraag of de kritiek terecht is en er verbetering mogelijk of zelfs nodig is. Het is aan degene die voor de zaak verantwoordelijk is om daarover te beslissen. Anderen zullen zich bij die beslissing moeten neerleggen. Meestal zal wie de verantwoording draagt een beter overzicht hebben van de mogelijkheden en de beperkingen dan de persoon die de kritiek uit.
Een tweede vraag, niet minder belangrijk, is wat het doel van de kritiek is. Is het een oprechte poging om tot verbetering van het geheel te komen? Dan kun je met de criticus overleggen hoe een verbetering te realiseren is. Als de kritiek naar je oordeel gegrond is, hoef je nog niet zijn of haar alternatief te accepteren, maar kun je ook een eigen manier vinden om aan de kritiek tegemoet te komen. Mocht je bij je standpunt blijven, dan is het goed voor de onderlinge verstandhouding als je aan de kritiekgever duidelijk maakt waarom je bij je standpunt blijft.
Bij het publiceren van wetenschappelijke artikelen is dat zelfs een verplichting. Als je een artikel hebt ingestuurd, wordt dit door anonieme referenten beoordeeld. Deze geven dan ongezouten kritiek. Ik heb nog niet meegemaakt dat dit tot ruzie leidde, zelfs niet als de referent zichzelf aan de auteur bekend maakte. Doel van beiden was immers zo’n goed mogelijk artikel.
Goede kritiek is een poging om een gemeenschappelijk belang te dienen. Een kritische houding is onmisbaar als je niet wil verstarren. Dat geldt zowel buiten als binnen het Apgen.
Het woord feedback klinkt voor mij positiever dan kritiek. Het is zeker de moeite waard om dit onderwerp te bespreken.
C’est le ton qui fait la musique.
Het lijkt er op dat velen niet geleerd hebben of verleerd zijn die toon te laten klinken.
Op een basisschool zag ik hoe kinderen hiermee kunnen omgaan, hoopvol!
Ha Rob, heerlijk je gedachten te kunnen lezen en daar dan zelf verder over na te denken. Na enkele keren opnieuw je bijdrage gelezen te hebben onderschrijf ik je stelling dat velen kritiek moeilijk kunnen accepteren laat staan wensen te omarmen. Wanneer je erop gericht bent om de ander de ruimte voor groei of versterking te laten weten dan zou ik spreken van feedback. Dat is toch waar je om vraagt wanneer je bijvoorbeeld een artikel publiceert of je concept werkstuk of scriptie aan de ander voorlegt? Kritiek is enkel uiting geven aan je ongenoegen en afkeuring. Ik doe dus net als jou ook een pleidooi om elkaar uit te blijven uitnodigen om waar nodig een kritische houding aan te nemen en zo steeds nauwlettend te onderzoeken waar de kansen voor ontwikkeling en groei zitten. Daarop kan dan niet met kritiek maar vooral met feedback gereageerd worden. Goed gegeven feedback vergroot de kans gehoord te worden. Zo wordt de wereld vast ook een beetje mooier en ikzelf echt blijer. Dank dus voor je prikkel om me waar dan ook bij de les te houden 🙂
Het gaat me niet om het woord kritiek of feedback, maar om het karakter ervan.
Je hoeft zelfs die woorden helemaal niet te gebruiken.
Natuurlijk is de toon van wat naar voren wordt gebracht belangrijk, doorslaggevend.
Daarom maakte ik ook onderscheid tussen goede en slechte kritiek.
Voor mij is feedback (‘voed terug’) een vorm van kritiek, namelijk een onmiddellijke reactie op een actie. Vaak vraag ik om feedback. Kritiek is ruimer en kan ook geuit worden als er geen directe actie is geweest, maar bijvoorbeeld geleidelijk een naar de mening van de kritiekgever ongewenste toestand is ontstaan.
In de slotzin gaat het over “het algemene belang” en het dienen daarvan. Daarmee gaat dit artikel helaas voorbij aan het fenomeen “belangentegenstellingen” en blijft het eigenlijk nogal oppervlakkig. Want het zijn (volgens mij) belangentegenstellingen (of in ieder geval onze perceptie daarvan) die het merendeel van geuite kritiek bepalen. Vooral buiten het Apgen, maar ook zeker erbinnen trouwens. En zodra je dáár iets over wilt schrijven wordt het toch wel wat complexer dan die slotzin suggereert. We hebben als het erop aan komt namelijk nogal verschillende opvattingen over hoe dat zogenaamde “algemene belang” gediend zou moeten worden, en dat zijn heel vaak tegengestelde belangen.
Beste André, Dank je wel voor je reactie. Ik neem aan dat je niet de slotzin bedoelt, maar de zin `Goede kritiek is een poging om een gemeenschappelijk belang te dienen.’ Ik denk dat dit ook bij belangentegenstellingen opgaat. Slechte kritiek vind ik kritiek die de belangentegenstellingen vergroot. Wil kritiek een positief effect hebben, dan zul je je ook in het standpunt van de andere partij moeten verdiepen en pogen de tegenstellingen te overbruggen. Daarbij past het zoeken naar een gemeenschappelijk belang.
Vaak gaat het niet om bedoelde kritiek op een mening, maar om een ander standpunt of overtuiging die nog niet aan de orde lijkt te zijn gekomen. De eis van het ‘gemeenschappelijk belang ‘ is dan nog niet helder (zoals ook in deze discussie).
Vraag: wat zou het ons kunnen opleveren als we meer Socratische gespreksvoering hanteren met vragen zoals: “wat maakt dat je dit zo zegt?” en “wat bedoel je dan precies?” ; “kun je een voorbeeld geven”. Alles begint er mee om je te verdiepen in de mening van een ander, zonder oordeel en een open houding
Heel goed om het er over te hebben. Mee eens!