Door Erik Molenaar /
Met belangstelling heb ik de bijdrage van Henk Enkelaar over de naam apostel gelezen. De naam apostel wordt binnen de apostolische beweging al bijna tweehonderd jaar gebruikt. Het begon met de roeping van apostel Cardale, door middel van profetie, in 1832. Cardale voelde zich, met zijn medeapostelen, geroepen om de christenheid voor te bereiden op de wederkomst van de Heer. Sinds dit prille begin heeft het apostolische werk een enorme ontwikkeling ondergaan, met daaraan gepaarde afsplitsingen. Toch is de naam apostel steeds behouden. Als we een grote stap nemen van Cardale naar L. Slok, dan zien we een niet te overbruggen verschil, van een door Christus geroepen apostel tot een apostel die zichzelf als de Christus van deze tijd zag. Je zou dus kunnen zeggen: wat er ook verandert, de naam apostel hoort gewoon bij deze zich steeds veranderende groepering, als een van de weinige constante factoren.
De motivatie om de naam toch af te schaffen is te verdedigen. Het genootschap ontdoet zich in snel tempo van alles wat zou kunnen suggereren dat er een link met Jezus, de bijbel en het christendom zou bestaan. Intern is deze verbinding nog wel in geringe mate merkbaar, bijvoorbeeld in de Stille Week. In de uitingen naar buiten toe, zoals het blad Vandaag, Iederal of de eigen website, is dit een ander verhaal.
In het nieuw geformuleerde ‘geloofsverhaal’ komt het woord God nog wel een keer voor, echter zonder enige verwijzing naar de bijbel, Jezus of het christendom. Het wordt op geen enkele manier gerelateerd aan de christelijke traditie. Als de voorzitter van dit genootschap zich vervolgens apostel blijft noemen, een term uit de christelijke traditie, kan je daar inderdaad je vraagtekens bij zetten. Het wordt nog lastiger als deze naam gekoppeld blijft aan zoiets als Iederal.
Je kan daar op verschillende manieren mee omgaan. Een daarvan is, om je niet te schamen voor wie je bent en gewoon ‘Apostolisch Genootschap’ te blijven, met een apostel aan het hoofd, wat er verder ook verandert. Dat de naam uitleg behoeft, is niet nieuw. Dit moeten uitleggen past goed in de apostolische traditie.
Een ander manier om ermee om te gaan, is om de woorden apostolisch en apostel af te schaffen en je in een nieuw avontuur te storten, in de hoop dat de achterban zich erin blijft herkennen. Het zal concreet inhouden dat mensen die hun hele leven hebben gezegd: “Ik ben apostolisch”, dit dan niet meer kunnen doen. Een naam is niet zomaar een woord. Denk aan je eigen naam: de meeste mensen maken een behoorlijke ontwikkeling door in hun leven. Toch blijft de naam die je ouders je hebben gegeven over het algemeen dezelfde. Het is dus een lastig dilemma en ik kan mij goed voorstellen dat het genootschap hiermee worstelt.
De reactie van Henk van 12 mei op die van Manfred Horstmanshoff kon ik minder waarderen. Bij alle (veronderstelde) vooruitstrevende ideeën, las ik daar toch weer een oud-apostolische reflex: ‘wij’ zijn vooruitstrevend, ‘zij’ zijn dogmatisch. Hij schrijft: “Het klopt dat de Rabbijn- en de Pausnaam er nog steeds zijn, hun dogmatische geloof ook… Het ApGen is in 70 jaar opgeschoven van een kerkgenootschap met een christelijke signatuur en een wederkomstverwachting naar een liberale levensbeschouwing”. Ik herken deze gedachtegang goed uit de tijd dat ik nog apostolisch was, maar ik vind het heel denigrerend om dit zo te stellen. Het zou veronderstellen dat zowel het jodendom als het christendom starre, onveranderlijke instituties zijn, die op geen enkele manier met hun tijd meegaan. Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat het tegendeel waar is. Ik ben zelf lid van een kerk en ervaar hier een grote mate van vrijheid en ruimte tot ontwikkeling. Het verschil met het genootschap is dat er een ‘groot verhaal’ is, waar je je op kan richten. Dit grote, bevrijdende verhaal trekt voortdurend met je mee en biedt mogelijkheden tot reflectie en oprichting. Het is geen in beton gegoten geloof, maar een geloof dat in elke generatie, in elk mensenleven, opnieuw ingevuld moet worden. Een geloof dat ‘durft te geloven’ en er niet voor kiest om alles waar enige discussie over zou kunnen ontstaan, terzijde te schuiven.
Wat het Apostolisch Genootschap betreft, krijg ik sterk de indruk dat zij haar beleid voor een groot deel laat dicteren door marketingbureaus, die zogezegd weten wat ‘de markt’ wil. Het genootschap lijdt onder ledenverlies en daarin staat zij niet alleen. Het is de vraag of het wegretoucheren van woorden en gebruiken, die al lang deel uitmaken van de apostolisch traditie, maar die nu gedateerd zouden zijn, de oplossing is. Het kan ook de kortste weg naar het einde zijn.
Met belangstelling en respect heb ik de blog van Erik Molenaar gelezen. Goed om te lezen dat de motivatie om de naam af te schaffen te verdedigen is zoals ikzelf ook in een eerdere blog heb aangegeven. Het geloofsverhaal wordt op geen enkele manier gerelateerd aan de christelijke traditie en dan is het uiterst vreemd en zeer verwarrend als de voorzitter de functienaam apostel hanteert. Erik bevestigd dit ook in zijn blog. Maar schamen hiervoor is wat anders, dat doe ik zeker niet en kan ook prima een stuk kerkhistorie als uitleg formuleren. De vraag is of dat gewenst is, ik vind van niet.
Erik kon mijn reactie van 12 mei minder waarderen en noemde het een oud-apostolische reflex. Van mijn kant is er geen enkele intentie om een waardeoordeel uit te spreken en ben zeker niet van het wij-zij denken. Als dit anders geïnterpreteerd is spijt mij dat, want dat is zeker niet de bedoeling geweest. Het was een reactie op de Rabbijn en Paus naam die als voorbeelden werden genoemd door Manfred Horstmanshoff en waarvan ook door Erik zelf bevestigd wordt dat er, zoals hij formuleerde, ‘een groter verhaal is’, een geloof dat durft te geloven, net zoals het jodendom gebaseerd is op de Tenach en de Talmoed. Een geloof waar je persoonlijk invulling aan geeft maar je inhoudelijk in de basis niet van afwijkt noem je dogmatisch en daar is helemaal niets mis mee. En dat is precies wat het ApGen mist omdat ze daarvan zijn weggedreven, en dat zou ik zeker niet willen positioneren als ‘beter’ maar eerder als ‘armer’…